Door de industriële revolutie, de landbouwcrisis en de repatriërende oud-indischgasten nam de bevolking van Den Haag toe van 100.000 in 1875 tot 300.000 in 1914. De woningen, winkels, nutsgebouwen, theaters etc. zijn veelal gebouwd in thans breed gewaardeerde stijlen als neorenaissance en jugendstil. Die waardering is lange tijd aanzienlijk geringer geweest, één van de redenen dat veel van dit erfgoed in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog ten prooi is gevallen aan wederopbouw, cityvorming en onttakeling van de badplaats.
De auteur Peter van Dam maakt in een kleine reeks monografieën de belangrijkste bouwmeesters voor een groot publiek toegankelijk. Na Herman Wesstra (zie ODH 2013-5) is nu de beurt aan Wilhelmus Bernardus van Liefland. Afkomstig uit een katholiek nest werkte hij na zijn opleiding aan de Haagse Tekenacademie al op zijn 20e jaar onder architect Pierre Cuypers aan de bouw van de Parkstraatkerk. Als zelfstandig architect ontwierp hij talrijke gebouwen als woonhuizen, winkels, bedrijfsgebouwen, hotels en scholen. Het bekendst wellicht werd hij door zijn bijdragen aan het mondaine Scheveningen: o.a. het Palace-hotel, het Wandelhoofd ‘Koningin Wilhelmina’ en het Circustheater. Grote gebouwen werden binnen 6 à 8 maanden gebouwd door een nieuwe bouwtechniek (gewapend beton) toe te passen en door grote aantallen bouwvakkers in te zetten. In de Schilderswijk zijn de woningcomplexen Het Fort en de Van Ostade-woningen behouden gebleven. Van Liefland ontwierp ook stratenplannen voor nieuwe stadsdelen zoals Bezuidenhout, Transvaal en Kijkduin. Tevens was hij actief als vastgoedondernemer. Als lid van de gemeenteraad nam hij bovendien deel aan de besluitvorming over de bouwprojecten waarin hij zakelijk belanghebbende was, hetgeen destijds niet ongebruikelijk maar ook niet onomstreden was.
Dit verhaal wordt in de eerste helft van het boek verteld. Van Dam beschrijft de geschiedenis steeds in de tegenwoordige tijd, hetgeen wel levendig maar soms ook wat gekunsteld is. De tweede helft van het boek is, naast een aantal registers e.d., geheel gewijd aan een inventarisatie van Van Liefland’s oeuvre, vergezeld van de vindplaatsen van het archiefmateriaal.
Het royaal en verzorgd uitgegeven boek heeft een liggend formaat. Alle teksten en foto’s zijn omlijst door een brede witte marge. Dat oogt chique, maar hier en daar had al die blanco ruimte beter kunnen worden gebruikt om fraaie afbeeldingen groter af te drukken.
Voor wie meer wil weten over het werk en de werkwijze van een hoofdrolspeler in deze belangrijke Haagse ontwikkelingsfase, is dit boek aan te bevelen.
W.B. van Liefland 1857-1919 – eigenzinnig architect en stedenbouwkundige, Peter van Dam, uitg. De Nieuwe Haagsche 2016, 199 blz., ISBN 978-94-6010-064-2, € 26,-