Verplicht in Duitsland

Ongetwijfeld zijn er duizenden Hagenaars die een opa over overgrootvader hebben die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitsland verplicht te werk is gesteld. Het boek ‘Verplicht in Duitsland’ van Theo Daalhoff geeft een mooi aangrijpend beeld wat ‘verplicht tewerkgesteld’ kon inhouden.

Herman van Daalhoff is de 20-jarige zoon van de destijds bekende Loosduinse banketbakker Van Daalhoff, die ook elders in de stad filialen heeft, zoals aan de Beeklaan. Herman vertrekt op 23 juni 1943 verplicht naar Duitsland. Hij wordt als dwangarbeider te werk gesteld in Spremberg bij de energiecentrale Trattendorf, zo’n 150 kilometer ten zuidoosten van Berlijn, vlakbij de Poolse grens.

Twee jaar lang, van juni ’43 tot april ’45 verloopt zijn leven als magazijnwedewerker redelijk gestructureerd, maar vanaf het moment dat het gebied door de Russen bevrijd wordt, is het twee maanden lang letterlijk elke dag levensgevaarlijke chaos. In juni 1945 arriveert Herman weer in Nederland. Eenmaal thuis hoort hij dat zijn broer in de oorlog wegens verzetsactiviteiten naar Duitsland is vervoerd en de kampen niet heeft overleefd.

In 1952 gaat Herman met zijn vader naar Duisland op zoek naar het graf van zijn broer Theo. De zoon van Herman gaat op zijn beurt in 2013 naar de plekken waar zijn vader als dwangarbeider tewerk is gesteld en volgt de route waarlangs hij in 1945 naar Nederland vluchtte.

Verplicht in Duitsland, Theo van Daalhoff, Uitg. De Nieuwe Haagsche, 160 blz., € 15,00. ISBN 978-94-6010-097-0


 

Verplicht in Duitsland