Ook wie denkt de Haagse woningen van de Oranjes al te kennen, komt in het boek ‘Haagse Huizen van Oranje’ ongetwijfeld nog voor verrassingen te staan. Auteur Paul Rem, conservator van paleis Het Loo, schreef een uitzonderlijk mooi boek, waarin hij bij elk Oranjepand oog heeft voor de geschiedenis, het in- en het exterieur en voor de lotgevallen van de toenmalige (en soms huidige) bewoners. Na ‘Een lust voor het oog. 25 Haagse kerken’ (besproken in Ons Den Haag 2021.04, juli/augustus) opnieuw een schitterende uitgave die tot stand kwam dankzij de Stichting Publicaties Haags Erfgoed.
Den Haag kent momenteel nog twee echte Oranje paleizen, paleis Noordeinde en Huis ten Bosch. Paleis Noordeinde, het ‘Hof van Orangnen’, is al sinds 1609 met de Oranjes verbonden. Het kwam de Tweede Wereldoorlog min of meer ongeschonden door, maar Wilhelmina, die er was geboren, ging er na 1945 niet meer wonen. Zij had het paleis altijd somber en benauwd gevonden. Rem neemt de anekdote niet op in zijn boek, maar het verhaal gaat dat zij na de oorlog tegen een Engelse vliegenier zei: ”Had u daar nou niet een bommetje op kunnen gooien?” In 1948 woedde een hevige brand in het paleis. Pas veel later werd het pand gerestaureerd. Juliana stelde het ter beschikking aan het Institute of Social Studies. Zelf bleef zij op Soestdijk wonen: Den Haag was hofstad-af. Daarna gebruikte Beatrix, na opnieuw een stevige restauratie, het als officiële residentie. Nu is het het werkpaleis van Willem Alexander.
In het tweede deel van het boek bespreekt Rem bijna 30 Haagse, Voorburgse en Wassenaarse gebouwen die een link hebben met het Oranjehuis en dat deel is het meest verrassend. Alleen al in de directe omgeving van het Binnenhof staan er zeker tien en Rem bespreekt ze uitgebreid. Van de Mauritstoren tot het paleis van Nassau-Weilburg, de huidige Koninklijke Schouwburg.
De tientallen illustraties en details over in- en exterieur maken het boek uniek. Bijzonder is bijvoorbeeld de beschrijving van het Natuurhistorisch Kabinet van prins Willem V aan het Buitenhof 37. Daar stond op de bel-etage, te midden van onder andere kreeften, vissen en reptielen op sterkwater, een opgezet nijlpaard. Een deel van die stadhouderlijke collectie zou later de kern vormen van Naturalis in Leiden.
Het derde deel ten slotte gaat in op de acht verdwenen paleizen van de Oranjes. Vooral Huis Honselaarsdijk, dat rond 1814 werd afgebroken, moet een luisterrijk slot in classicistische stijl zijn geweest. In 1633 begon de Parijse architect van het Palais du Luxembourg, Simon de la Vallée, met de bouw. In 1637 nam Jacob van Campen het van hem over en later werd ook Pieter Post bij de werkzaamheden betrokken. De toparchitecten zorgden voor een paleis van Europese allure.
Piet Vernimmen
Haagse Huizen van Oranje, Paul Rem. Uitgeverij Walburg Pers, 2021, 232 blz., € 34,99. ISBN 978-9462-498-280