De snelle industrialisatie in de tweede helft van de 19e eeuw leidde voor duizenden arbeiders tot ellendige woon- en werkomstandigheden. De overheid rekende deze ‘sociale quaestie’ nauwelijks tot zijn verantwoordelijkheid.
Daardoor bleef de nooddruftige massa lange tijd aangewezen op de initiatieven van bevlogen of geldbeluste welgestelden. Het besef dat een gezonde en tevreden arbeidersklasse in ieders belang is leidde rond de eeuwwisseling tot enkele belangrijke sociale wetten, waaronder de Woningwet. Het heeft lang geduurd voordat de sociale woningbouwproductie goed op gang kwam. De woningen vormden een wereld van verschil met de voortbrengselen van de 19e-eeuwse speculatiebouw, maar waren tot ver in de 20e eeuw qua grootte en kwaliteit heel eenvoudig. In de wederopbouw na de tweede wereldoorlog moest snel en veel, maar ook goedkoop worden gebouwd. Ook voor de eerste jaren van de stadsvernieuwing geldt dat het voor de huurders een hele verbetering was, maar van luxe was geen sprake. Het resultaat was veelal sobere rijkdom. De woonkwaliteit die in de afgelopen decennia in de Vinex-wijken werkelijkheid is geworden, vormt hiermee een opvallend contrast.
Een ander belangwekkend aspect van de sociale woningbouw is het stadsbeeld. Veel architecten zagen kans een project binnen de beperkte middelen een fraaie verschijningsvorm te geven. Er zijn tal van juweeltjes van sociale woningbouw bewaard gebleven die iets vertellen over de tijdgeest waarin ze zijn gebouwd. Ze vertegenwoordigen voor de bewoners en de samenleving een grote waarde, zowel materieel als in beleving. De meest bijzondere complexen bezitten de status van rijks- of gemeentelijk monument. Zo is het complex woningen aan de Schuddegeest in de Archipelbuurt uit 1855-1856 een rijksmonument. Het is arbeiderswoningbouw waarbij niet speculatieve maar ideële doeleinden voorop stonden. Een ander bijzonder voorbeeld zijn de woningen aan het Esmoreitplein in Moerwijk uit 1935, die op de gemeentelijke monumentenlijst staan. Dit zijn slechts twee van de vele hofjes en sociale woningbouwcomplexen in Den Haag met een monumentenstatus. Toch is de voorraad sociale woningbouw met cultuurhistorische betekenis nog veel groter. Vaak is het goed mogelijk een tweede leven te geven aan sociale woningbouw uit het verleden. Een recent voorbeeld hiervan is het in 2010-2014 gerenoveerde Rode Dorp in de Stationsbuurt waar een complex arbeiderswoningen uit 1874 geschikt gemaakt is voor studentenhuisvesting.
Het kloeke boek is mooi vormgegeven en rijk geïllustreerd. Het is uitgegeven in de monumentale VOM-reeks, waarin belangrijke onderwerpen van gemeentelijke monumentenzorg aan de orde komen.
Compact en Harmonisch – sociale woningbouw in Den Haag 1850-2015, R. Kleinegris ism F. van der Burg en J. de Leeuwe, Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij 2016, 256 blz., ISBN 9789079156337, € 29,50