Op 3 november 2023 kregen Jannie en Koos Havelaar een koninklijke onderscheiding uitgereikt door burgemeester Jan van Zanen voor hun inzet voor de Stichting Haags Industrieel Erfgoed (SHIE). SHIE gaf de afgelopen 30 jaar een groot aantal boeken uit. Tijdens het jubileumcongres in Concordia aan het Hoge Zand presenteerden zij hun nieuwste uitgave ‘BROOD. Daar zit wat in’.
Ooit kende Den Haag talloze broodfabrieken, reden honderden broodbezorgers door de wijken en vond je bij wijze van spreken op vrijwel elke hoek van de straat een bakkerswinkel. In ‘BROOD. Daar zit wat in’ kiest Koos Havelaar niet voor de beschrijving van de individuele ambachtelijke bakkers, maar voor de industriële ontwikkeling binnen deze branche. Die ontwikkeling start in Den Haag rond het jaar 1863 met het in gebruik nemen van een stoomkorenmolens voor de garnizoensplaats aan de Breedstraat, gevolgd door het malen met metalen walsen en de introductie van stalen deegkuipen en kneedmachines. Een andere belangrijke ontwikkeling is de introductie van de heteluchtoven, gevolgd door de heetwater-oven. Het grotere afzetgebied van fabrieken leidt tot het systeem van de broodbezorging.
Dikke dames
Industriële ontwikkelingen vinden zowel plaats binnen de meelfabrieken als binnen de bakkerijen. Bakkerij De Oude Vette Hen (DOVH) aan de Driehoekjes wordt een van de eerste geheel elektrische bakkerijen in de stad. In 1907 opent DOVH een tearoom en gaat voortaan door het leven als een ‘voorname’ bakkerij.
De welgestelden in de stad kunnen voor hun luxe brood verder terecht bij Hofleverancier Nicola. Nicola Lensvelt neemt deel aan wereldtentoonstellingen, in Parijs in die van 1878 en in 1894 aan de tentoonstelling in Antwerpen. Ze exporteren hun beschuit zelfs naar Indië. Hagenaars zullen het bedrijf vooral associëren met het pand aan het Tournooiveld waar de tearoom van 1930 tot 1966 is gevestigd. En natuurlijk met het gedichtje dat begint met de regels: “De dikke dames eten taarten, bij Lensvelt achter t winkelraam. Des avonds gaan zij samen kaarten, bij kennissen van goede naam (…)”
Coöperaties
Vanuit het idee dat ook arbeiders kwalitatief goed brood verdienen ontstaan coöperaties als De Volharding, De Hoop, De Vereeniging of Eigen hulp. Het zijn sociale instellingen en de op-richting van Coöperatie de Toekomst is zelfs een direct gevolg van een arbeidsconflict over nachtarbeid.
Kaiser en Hus
‘Brood’ eindigt met een uitgebreide beschrijving van de bakkerijen Paul C. Kaiser en van B. Hus; Kaiser vertegenwoordigt de luxe sector en Hus is meer vertegenwoordiger van de volksbakkerij. Paul Kaiser heeft in de hoogtijdagen 60 winkelfilialen in Den Haag en omstreken en gaat eind jaren ’50 op in LKD: Lensvelt, Kaiser en Donker.
Ook Hus, bij menigeen nog bekend van de reclameslogan “Dag pap. Ik ga bij Japie wonen” en het King-Corn brood, komt onder de paraplu van LKD. In augustus 1987 komt er een einde aan de broodproductie in de Haagse regio.
Het boek is overdadig geïllustreerd, wat het soms lastig maakt om bij de tekst te blijven. Maar verder past de uitgave in de serie prachtig vormgegeven en rijk geïllustreerd boeken waar uitgever Eindeloos en auteur Havelaar het patent op lijken te hebben.
Brood. Daar zit wat in – De ontwikkeling van de brood- en de meelfabricage in de Haagse regio. Koos Havelaar. 144 pag. € 29,50; Uitg Eindeloos. ISBN 978-90-78824-10-7