In het jaar 1638 namen dagelijks gemiddeld zo’n driehonderd personen de trekschuit vanuit Delft naar Den Haag: een jaarlijks totaal van 120.000 reizigers. Ook de trekvaartverbinding tussen Leiden en Den Haag was enorm populair. Tussen 1630 en 1840 stapten miljoenen reizigers aan boord van de trekschuit, de ‘Intercity van de Gouden Eeuw’. Het boek ‘Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland’ besteedt ruim aandacht aan Den Haag: Lex van Tilborg beschrijft de rol van de Haagse Trekvliet, Frans van der Helm bespreekt de economische activiteiten rond 't Sluijsje en vanzelfsprekend komen Den Haag én de Vliet ook aan bod in de rest van het boek.
Lijndienst voor personen
Weliswaar bestonden al in de Middeleeuwen vaarverbindingen tussen dorpen en steden, maar pas na 1630 kwam de trekschuit op als lijndienst voor personen: vaste tarieven, vaste vertrektijden en controle daarop van de stadsbesturen. Steden zorgden zelf voor nieuwe verbindingen. In 1632 kwam de eerste trekvaart tot stand, die van Amsterdam naar Haarlem. In 1637 sloot het Haagse stadsbestuur overeenkomsten met Delft en Leiden, waarmee ook Den Haag werd opgenomen in het Hollandse trekvaartsysteem.
De Haagse Trekvliet
De Haage Trekvliet, die Jan van Goyen zo pontificaal afbeeldde in het midden van zijn schilderij ‘Den Haag vanuit het zuidoosten’, een van de pronkstukken in het Haags Historisch Museum, ligt er al vanaf het jaar 1345. Deze verbinding tussen het grafelijke hof en de Vliet bij Rijswijk was zowel bedoeld om de Haagse waterhuishouding te verbeteren als om de handel te stimuleren: beurtschippers vervoerden hun goederen van en naar de stad.
De komst van de trekschuit reguleerde ook het personenvervoer: bij het Leidse Veer stapte je op naar Leiden, en bij het Zieken, even verder de stad uit, vertrokken 24 schuiten dagelijks in een halfuurdienst naar Delft en Rotterdam.
’t Sluijsje en de Vliet
De locatie waar de Schenk en de Vliet samenkwamen, ter hoogte van het huidige Rijswijkseplein, bleek begin 17e eeuw ideaal voor scheepsbouw en scheepsreparatie en ondernemers deden er ruim 100 jaar lang goede zaken. Welgestelde Hagenaars zochten in de 17e eeuw de rust op in hun buitenplaatsen langs de Vliet en keken tevreden naar de 200 boten die dagelijks hun pand passeerden.
‘Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland’ is een prachtig uitgegeven boek met 200 illustraties in kleur: zowel gedetailleerde kaarten als afbeeldingen. Verhelderend om te lezen welke plaats Den Haag innam in dit succesvolle Hollandse vervoerssysteem.
Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland, div auteurs, samenstelling Marloes Wellenberg en Ad van der Zee, Uitg THOTH Bussum, 201, 192 blz., €34,95, ISBN 978-90-6868-817-7
Piet Vernimmen