Gepubliceerd in Den Haag Centraal 20-7-2017
De raadsverkiezingen komen er aan. De partijen maken hun programma’s. Water is bij de meeste wel een paragraafje. Maar doet dat ook werkelijk recht aan het belang er van? De klimaatsverandering veroorzaakt acute problemen waar iedereen last van heeft. Gerichte aandacht van de Gemeente daarvoor is op zijn plaats. Liever meer dan minder.
Heel Nederland moet zich aanpassen aan het klimaat. Ook Den Haag. Piekbuien en droogte komen steeds vaker voor. Sterk versteende stadsdelen zoals Centrum en Laak hebben last van hitte. En dan weer lopen er kelders vol, staat openbare ruimte ineens blank of komt rioolwater onverwacht omhoog. Het water in de stad moet worden opvangen, afgevoerd of geborgen, en als het nodig is bij droogte weer worden ingezet. Dat systeem functioneert het beste als het meebeweegt met water zoals dat uit zichzelf loopt: altijd naar het laagste punt. In onze stad aan zee gaat het van het hogere zand naar de diepere polders in het achterland, grofweg van Noord-West naar Zuid-Oost. Bij heftige regenval bemoeilijkt de sterke afstroom vanaf het zand zo de afwatering van lager gelegen stadsdelen, en dan ontstaat daar wateroverlast. Zelfs zo ver als bij Pijnakker-Nootdorp en Lansingerland. In het watersysteem van Den Haag moeten hoog en laag dus op elkaar zijn ingesteld. En dat moet beter.
Vanuit de Haagse polders wordt water opgepompt naar het boezemwater van de Vliet. Om de klimaatuitdaging te kunnen aangaan is het nodig, urgent zelfs, dat de gehele capaciteit van dit systeem wordt vergroot. Aan de gemalen ligt het niet. Het gaat om ruimte maken. Zowel voor de doorstroming als voor het langer vasthouden van water. In de dicht bebouwde stad is het de kunst om dat geleidelijk te doen, tegelijk met nieuwe stedelijke plannen en die synergie te benutten. Nu de economie aantrekt, de bouwopgave zich opdringt, de Binckhorst op de schop gaat, liggen er nieuwe kansen. Zo komt er nabij de Rotterdamsebaan een nieuwe waterberging in het daar geplande Molenvlietpark. Maar ook in de binnenstad zijn er mogelijkheden. Bij voorbeeld voor extra regenwaterpleinen. Bij kadevernieuwing kan water verbreed worden. Bij stadsvernieuwing misschien ook een voormalige gracht weer opengemaakt. Wat dit oplevert is minder kans op wateroverlast met alle schade van dien. Het beleid moet immers anticiperen en niet afwentelen. Zo zou het in de verkiezingsprogramma’s moeten staan.
Maar dit is niet het enige. Ook watervervuiling is een belangrijke bedreiging in onze dichtbevolkte regio. Het riool pakt lang niet alles. Veel troep komt toch in ons oppervlaktewater terecht. In Loosduinen en Mariahoeve zitten echte knelpunten. Voornaamste verstoorders zijn fosfaten, nitraten, koper en zink. En er zijn nieuwe gezondheidsrisico’s. Medicijnresten veroorzaken antibiotica-resistente bacteriën en vislood dat in het water verloren raakt verbindt zich met zuurstof tot het giftige loodoxide. Het oppervlaktewater in de woonomgeving en ons zwemwater vragen dus om bestuurlijke en politieke aandacht.
In het belang van het hele vestigingsklimaat in Den Haag zullen de Gemeente en het Waterschap beide de gevolgen van klimaatsverandering moeten keren of er mee zien te leven. Voor Den Haag is daarom een wateragenda opgesteld, met maatregelen tot aan 2020. En er gebeurt al het nodige: de ecologische oevers van de Laak, de nieuwe gracht van de Veenkade, Operatie Steenbreek, de herinrichting van het Esperantoplein en het grootste groene dak van Nederland op de Sportcampus. Er wordt gezocht naar een plek voor natte ecologische zones in Madestein en Eskamp. Het afkoppelen van regenwater van het riool, de aanleg van grotere duikers en het verbeteren van de doorspoeling, zijn maatregelen die al uitgevoerd worden waar het kan.
Maar er moet meer en de politiek moet zich daar sterk voor maken. Dat moeten we terugzien in de verkiezingsprogramma’s van alle politieke partijen.
Het gaat om aanhoudend kritisch kijken naar alle nieuwe investeringen in de stad. Extra oppervlaktewater in combinatie met groen, meer sponswerking en minder verharding maken de woonomgeving ook aantrekkelijker. Gelukkig ontstaan er vanuit de samenleving allerlei initiatieven om water schoon te houden en het leuk te maken. Wat het water betreft heeft participatie de toekomst, maar als het gaat om het grote geheel dan heeft de gemeente het bestuurlijke voortouw. Dus zien we bij de raadsverkiezingen straks graag hoe de politieke partijen zich hierop willen profileren. In het belang van onze veiligheid, onze gezondheid en de toekomst van onze kinderen in onze geweldige stad.
Elsbeth van Hijlckama Vlieg,
Lid Algemeen Bestuur Waterschap van Delfland, fractie PvdA