De Vrienden van Den Haag bepleiten een percentageregeling voor kunst in de openbare ruimte bij grote bouwlocaties. Door hierover al in een vroeg stadium afspraken te maken met projectontwikkelaars wordt buitenkunst bevorderd en voor de stad betaalbaar gemaakt.
Kunst in de openbare ruimte is vaak het financiële ‘stiefkindje’ bij bouwprojecten. Om buitenkunst voor de gemeente toch betaalbaar te maken pleiten de Vrienden van Den Haag voor een regeling waarbij al direct bij het indienen van een initiatief bij de gemeente met de projectontwikkelaar afspraken gemaakt worden om een percentage van het budget te besteden aan buitenkunst. De grote herontwikkelingslocaties in Den Haag zoals het CID, Laakhavens, Binckhorst, Scheveningen Haven en Zuidwest lenen zich daar goed voor.
Het financieel mogelijk maken van buitenkunst door projectontwikkelaars is ook in hún belang. De omgeving krijgt meerwaarde en kwaliteit, waarmee teruggang, leegstand en vandalisme worden tegengegaan en de aantrekkelijkheid en verhuurbaarheid van het bezit worden verhoogd. Projectontwikkelaars kunnen een extra dimensie toevoegen aan hun gebouwen en een cultureel stempel drukken op de stad. Het elan van de grote ontwikkellocaties in Den Haag passen daar goed in. De waarde van kunst wordt vaak onderschat. Kunst stimuleert een levendig en aantrekkelijk leefklimaat en verhoogt de kwaliteit van de stad. Buitenkunst heeft door haar aantrekkingskracht op toeristen en bezoekers ook een economische meerwaarde.
In het verleden heeft Den Haag bij de bouw van de naoorlogse wijken in Escamp ruim gebruik gemaakt van de toen geldende rijksregeling. Het was de tijd van de wederopbouw waarin het geloof in de vooruitgang groot was. Met idealisme, optimisme en veel elan werd gebouwd aan een nieuwe, ideale samenleving. Dit vertaalde zich in ruim opgezette nieuwbouwwijken met veel groen én kunst. Deze kwaliteit betaalt zich nog steeds uit.