Casper Postmaa, journalist en publicist, leidde ons door zijn woonbuurt, het Nassaukwartier. Op luttele meters van elkaar woonden figuren van landelijke betekenis, politici als de premiers Cort van der Linden en Van Agt, ministers van oorlog, financiën, buitenlandse zaken, Tweede Kamervoorzitter Kortenhorst en tal van Eerste en Tweede Kamerleden. Voorts zetelden hier ambassadeurs, generaals en vice-admiraals, geslaagde zakenlui (de accountantsfamilie Moret, de oprichter van hotel Des Indes), hoge ambtenaren en musici als Viotta en Richard Hol. De Hofhouding was ruim vertegenwoordigd met tal van personages: de particulier secretaris van koningin Emma, de adjudant van prins Hendrik, hofdames, thesauriers en ceremoniemeesters. En dan verbleven hier nog de Nobelprijswinnaar Eykman, de razend populaire tennisster Madzy Rollin Couquerque en ging de beroemde kunstverzamelaar Thyssen-Bornemisza hier op school. In de keurige Jan van Nassaustraat vond een schietpartij plaats op het kantoor van een notaris en werd minister Kaag bedreigd door de man met de fakkel.
Casper vertelt dat Prins Hendrik hier een liefje had bij wie hij een kind verwekte. Het verhaal gaat dat de prins is overleden toen hij bij haar thuis was (of het in haar bed was, is onduidelijk) en dat de dode prins, om een schandaal te voorkomen, in allerijl verplaatst werd naar een kamer in het Rode Kruis-ziekenhuis aan het begin van de Jan van Nassaustraat. Het kind, halfbroer van Juliana mr. Pim Lier, haalde later nog het nieuws omdat hij als advocaat gelden heeft verdonkeremaand en zijn vrouw heeft omgebracht.
Voor en in de Tweede Wereldoorlog zat in het gebouw van het ziekenhuis de Duitse school waar heel wat Nazi-propaganda werd bedreven. Na de oorlog werd er de rechtbank gevestigd en inmiddels huist er een kinderdagverblijf. Het gebouw is van architect Herman Wesstra die ook het schitterende Moorse paleis in de voormalige dierentuin ontwierp, ongeveer gelegen aan het andere einde van de Jan van Nassaustraat, en o.a. ook het fraaie café-restaurant op het Seinpostduin. Deze gebouwen bestaan niet meer. Samen met Van Wijk ontwierp Wesstra de Haagse passage.
In de Jan van Nassaustraat lopen we ook langs twee mooie huizen van Mutters, een beroemde Haagse art-nouveau-architect. Aan de Wassenaarse weg, het deel grenzend aan het Nassaukwartier, stond Mutters' woonhuis, maar dat is door de Duitsers afgebroken om er een kanon te kunnen plaatsen dat het kruispunt bij de ingang van de Javastraat onder schot hield. Casper is de geschiedenis van zijn eigen woonhuis aan het uitzoeken en kwam tot de ontdekking dat het werd bewoond door de man die in de oorlog directeur van Hotel Des Indes was en na de oorlog in een paar panden verderop restaurant Royal bestierde. Terwijl in Des Indes vele hooggeplaatste Duitsers (onder wie Goering) verbleven, heeft de directeur er gedurende de hele oorlog onderduikers laten verblijven, verstopt in de kelder. Toen hij ten slotte dreigde te worden opgepakt bij een razzia heeft een hoge Duitse legerofficier dat voorkomen.
Casper ried iedereen aan die in een oud huis woont, de geschiedenis van het huis en de bewoners uit te pluizen. Je stuit op gebeurtenissen die verbonden zijn met belangrijke momenten in de geschiedenis en met vertakkingen buiten Nederland. Het was spectaculair om te horen dat leidende figuren van de steenrijke staalproducenten Thyssen-Bornemisza en Krupp eigenlijk Hagenaars waren. Er woonden ook kunstenaars in het wijkje. Het was grappig dat kunstenaar Peter Blokhuis langs kwam fietsen net nadat Casper hem als buurtbewoner genoemd had.
Rupert van Heijningen en Frank Hendriks