IVN-Natuureducatie en Vrienden van Den Haag organiseerden gezamenlijk een wandeling langs het stedelijke en natuurlijke schoon in het centrum van Den Haag. Zou het lukken om ‘groen’ en ‘stenen’ evenwichtig te presenteren? Zouden er over het centrum nog nieuwe dingen te melden zijn?
Wonderlijk genoeg wel. De deelnemers vonden de tocht verrassend, qua informatie goed gedoseerd, en hadden waardering voor de vele nieuwe dingen die de revue passeerden. Want wie kent Koen van der Gaast, hoofd van het architectenbureau van de NS, die zeker twintig NS-stations heeft ontworpen, inclusief Den Haag CS? Vanuit de stationshal lopen we een rondje fietsenkelder langs het honderden meters metende kunstwerk dat gevels van karakteristiek Haagse gebouwen toont. Zelfs als je daar regelmatig je fiets stalt, kijk je er nooit serieus naar. Op de Koekamp duiken we helemaal de natuur in met gids Linda Thorarinsdottir van IVN-Natuureducatie. Lindes en eikenbomen van 100 à 200 jaar oud, bosuilenkasten, een dierentunnel over de Utrechtse baan. Hier komt ook het informatiecentrum van het nieuwe Nationaal Park Hollandse Duinen. Gids Frank Hendriks van de Vrienden van Den Haag ziet ‘stenen gloren’ in de verte en neemt het woord. De Rode olifant, het oude Esso-gebouw in Amsterdamse School stijl. Waarom ‘Rode’? Er zitten 3,5 miljoen rode bakstenen in. Waarom olifant? Halverwege de toren van het gebouw is een beeld van een olifant ingemetseld. Binnenin: een schitterende muurschildering over petroleumarbeiders, gemaakt door een man die al voor de oorlog een vrije kunstschool oprichtte op een zolder op het Lange Voorhout en na de oorlog de Vrije Academie vestigde: Chris de Moor, een fenomeen. Wie kent deze vergeten man? Van een bijzonder kaliber is het verhaal van Linda over de gigantische paardenkastanje, de trots van Den Haag, die voor de aanleg van de Koningstunnel 80 meter letterlijk ‘versleept’ is naar de rand van het Malieveld. Een Noordhollands bedrijf deed het en vestigde hiermee een wereldrecord. Linda wijst overal op de aanwezige stadsnatuur. De wilgenroosjes langs het water die hun zaad via het water verspreiden, de fijnstof werende bladeren van de platanen op het Korte Voorhout, de lindes met hun onderschoei (de zgn. lindenbroeken) op het Lange Voorhout, en de prachtige, met beukenhagen verdonkeremaande uitgang van de parkeergarage op het Toernooiveld. Maar in 1945 was hier alles vernietigd. Gids Frank vertelt over het bombardement op het Korte Voorhout, de gebouwen die daar verdwenen en verrezen. Weg is de Franse ambassade, weg het oude café de Posthoorn ( toen nog op het Smidsplein), weg hotel Paulez. Nieuw is de Hoge Raad, nieuw de Amerikaanse ambassade, en nieuw is de Posthoorn op zijn naoorlogse plek. Heden ten dage speelt hier het plan ‘Haagse Lanen’ dat is aangenomen door de Haagse gemeenteraad, een groene corridor door het centrum à la Parijse Tuilerieën die over Korte en Lange Voorhout loopt, Kneuterdijk, Hofweg, Spui en Turfmarkt. We wijzen op de stenen in het woonhotel die CO2 opnemen (!) en gaan via Plein en Korte Poten (men ‘pootte’ daar wilgen), langs de stadspaleizen op de Herengracht naar het eindpunt op de brug van de Prinsessegracht: het monument voor de arbeiders die in opdracht van Prins Maurits begin 17 eeuw de grachten rond Den Haag groeven. Een meelopende gemeenteambtenaar wijst op een plankje op het water halverwege de gracht, dat is aangelegd om jonge eendjes een rustplek te bieden langs de kademuur. Die muur is voor onze jonge stadsbewoners niet te beklimmen. We hangen over de brugrail en kijken op een stapel kano’s die klaar ligt voor toeristen die vanaf de net gegraven Pax-haven willen afvaren.