Met een groep van 17 Vrienden hebben we een bezoek aan de houtzaagmolen De Salamander en de 17e eeuwse dorpskerk 'De Peperbus' in hartje Leidschendam gebracht. Albert de Jong en Pieter Kamminga, twee van de vijfendertig vrijwilligers van De Salamander, overtuigden ons dat zo'n molen bijzonder is. Stel, je hebt een boom op je 'landgoed', c.q. in je achtertuin, die aan het einde van zijn leven is en je wilt er planken van laten zagen voor een bankje op de plek waar je al een nieuwe boom hebt geplant om de oude te vervangen. Een mooi symbolisch gebaar om de oude boom in een nieuwe vorm terug te brengen naar zijn oorspronkelijke plek. Dan duurt het twee jaar voordat je aan de slag kan met het timmerwerk, want eerst moet de boom een jaar lang in het water van het 'balkengat' liggen, dan wordt hij pas gezaagd en daarna moeten de planken nog een jaar drogen. Het zagen kost nog het minste tijd, een of twee dagen; de voorbereidingen en de nazorg maken de plankenproductie tot een langdurig proces. De boomstammen liggen in een speciaal afgeperkt vak van het water van de Vliet - het balkengat - om al het looizuur kwijt te raken uit de stam. Na een jaar vissen drie mannen met ijzeren haken de boomstammen eruit. De boom hangt dan tegen de rand van het bootje, terwijl het naar de andere kant van de molen vaart waar zich een houten helling bevindt waarover de boom de molen in wordt getrokken. Het bootje heet: 'kantje boord'. Denk aan het spreekwoord. De molen heeft ook een Haags tintje, want er werd hout geleverd aan meubelmakerij
Mutters, het Haagse bedrijf dat o.a. de betimmering van de Holland
America Lijn deed. De techniek die in de molen verwerkt is, maakt indruk: de wind laat de wieken draaien en de krachten worden via ingenieuze raderwerken en met krukassen overgebracht op de zaagmachine; scherpe zaagbladen bewegen op en neer in het 'zaagraam' en de boom wordt door een ingenieus mechanisme door de zaag getrokken. Als de boom volledig gezaagd is, ligt hij er nog steeds bij als een boom, maar je ziet de lijntjes van de zaagsneden in de lengte over de stam lopen. Daarna worden de planken losgetrokken en naar het drooghok vervoerd. De molen kan een boomlengte van 13 meter aan. Met een metaaldetector wordt van tevoren gecheckt of er geen spijkers of andere metaalresten in de bomen zitten. Dat komt regelmatig voor.
Wat een heerlijk zonnige dag was het. We zijn vanaf de molen gezamenlijk naar de dorpskerk gelopen, die eigenlijk in het oude dorp Stompwijk ligt, maar wel onder de gemeente Leidschendam-Voorburg valt. We werden door de koster en assistent-koster ontvangen. Waar komt de naam 'Peperbus' vandaan? Vroeger had de kerk een koepeldak waardoor de achtkantige kerk op een peperbus leek. Nu is er een puntdak, waarmee het eigenlijk een zoutvaatje is geworden. Het is een protestantse kerk uit de zeventiende eeuw, gebouwd door de stadsbouwmeester van Leiden. Deze bouwde o.a. ook de Lakenhal. In de kerk vind je het wapen van Leiden, omdat het gebouw in de ambachtsheerlijkheid van Leiden lag. De luidklok, de kansel en de 'ambachtsherenbank', waarop de lokale ambachtsheren de dienst volgden, stammen nog uit de 17e eeuw. Vanaf 1652 zaten er gebrandschilderde ramen in de kerk die waren geschonken door de
hoogheemraadschappen van Delfland en Rijnland en de steden Delft,
Dordrecht, Gouda, Haarlem en Leiden. In de Franse tijd (1798) moesten die verwijderd worden omdat niets meer mocht herinneren aan de oude regenten. Je vraagt je af: zijn ze nog ergens hergebruikt? Er waren ooit 82 graven in de kerk, maar in 1820 hield het begraven op. Op een bord in de kerk worden alle predikanten van de kerk genoemd, d.w.z. van de hervormde kerk van Wilsveen en de Peperbus, want de Peperbus was als tweede kerk van de geloofsgemeente van Wilsveen gebouwd. De eerste kerk,
in Wilsveen zelf, is inmiddels verdwenen. Die werd tot 2 meter boven de grond afgebroken en binnen de contouren werd een begraafplaats
aangelegd. Die is er nog en is nu rijksmonument. Het dorp Wilsveen is er niet meer, maar het veen ligt er nog. Daar is in 1965 een bijzonder
Mariabeeldje gevonden met een stralenkrans. Het wordt bewaard in het Catherijnenconvent in Utrecht en er bevindt zich een kopie in de kerk in Nootdorp. De huidige gebruikers van de Peperbus gaan er binnenkort uit. De tijden veranderen. Na 2 november is de Peperbus het geloofshuis van drie migrantenkerken.