Impressie van een van de twee bezoeken aan het Cars Jeans (ADO)-stadion op 25 mei en 8 juni 2022.
Stagiair Max Bunt ontving ons in de hal. Er waren een paar leden die aardig wat van voetbal wisten, maar ook enkele die alleen maar waren gekomen om dat stadion nu eens van binnen te zien.
Het gebouw is veel groter dan je van buiten af kan zien of bevroeden; aan de kant van het parkeerterrein telt het vijf verdiepingen met op de begane grond grote borden waarop alle spelers sinds het ontstaan van ADO staan en verder staat er ook nog vermeld dat ADO in 1942 en 1943 landskampioen was. Op de eerste etage grote zalen waar feesten gehouden kunnen worden en die zullen waarschijnlijk deze week uitbundig gebruikt gaan worden als ADO zondag van Excelsior wint en dus terugkeert in de eredivisie (wist ik ook niet, maar is mij verteld). Op de eerste etage zijn ook de spelerskleedkamers, waarbij gezegd moet worden dat de kleedkamer van de bezoekers een stuk Spartaanser is dan die van de ADO-spelers. Daar is ook de spelerstunnel waardoor de heren- of damesspelers naar het veld afdalen en daar door 15.000 voetballiefhebbers verwelkomd worden.
Op de tweede verdieping zijn allerlei officiële vertrekken, allemaal nogal luxueus ingericht en overal (natuurlijk) een bar. Dan nog verder naar boven de skyboxen, waarvan een van de leden opperde dat dat ook wel iets voor de Vrienden zou zijn (waar ik het absoluut niet mee eens ben).
Overal in de lange gangen hingen grote foto’s van ADO spelers in “gevecht” met allerlei tegenstanders. Veel werden er door de leden herkend en zelfs ik vond Coen Moulijn. De gehele rondleiding duurde ongeveer anderhalf uur en eindigde in een café op de begane grond waar iedereen op eigen kosten nog een kop koffie kon gebruiken.